Gustav Mahler en Willem Mengelberg

Willem Mengelberg (1871-1951), de dirigent van het Concertgebouworkest in Amsterdam, werd in 1902 gegrepen door Mahlers muziek toen hij de première van diens Derde symfonie in Krefeld (D) bijwoonde. Vanaf dat moment zette hij zich krachtig voor Mahlers muziek in, waarbij hij de componist als ‘de Beethoven van zijn tijd’ karakteriseerde! Met zijn inzet voor de verklanking van Mahlers muziek nam Mengelberg in Nederland en in Europa gaandeweg een positie in waarbij hij andere dirigenten uit die tijd ver achter zich liet.

Mengelberg probeerde Mahler ook keer op keer naar Amsterdam te krijgen om zijn eigen muziek te dirigeren (net als hij dat bij Richard Strauss probeerde). Dat lukte hem in 1903, 1904, 1906 en 1909. Mahler logeerde dan bij Mengelberg thuis. Dikwijls was Mahler echter vanwege zijn drukbezette agenda verhinderd om naar Amsterdam te komen.

Over de inzet voor Mahlers muziek door Mengelberg kort na 1900 moet niet gering worden gedacht. Een deel van het publiek liep namelijk weg bij uitvoeringen van Mahlers muziek die regelmatig door de critici zelfs belachelijk werd gemaakt. Mengelberg roeide met zijn hardnekkige propaganda volstrekt tegen de stroom in, overtuigd als hij was van het genie Mahler. Pas na jaren van aanhoudende inzet ontstond in Nederland een ‘Mahler-gemeente’ waardoor het grootse Mahlerfeest in 1920 een ongekend succes werd en wereldwijd aandacht trok. In de jaren ’20 probeerde Mengelberg als dirigent van de New York Philharmonic Mahlers muziek ook in New York ingang te doen vinden. Daar stuitte hij evenwel op dezelfde onwil bij de critici en op een langzaam groeiende waardering bij het publiek.

In de huidige internationale Mahlercultuur verdient Mengelberg als een der pioniers bij de verbreiding van Mahlers muziek een ereplaats.

In het archief van Willem Mengelberg zijn onder andere diens directiepartituren bewaard die zich kenmerken door kleurrijke aantekeningen met een schat aan gedetailleerde aanwijzingen over zijn manier van uitvoeren. Daarnaast bevatten veel van die partituren ook nog aanwijzingen en aantekeningen van Mahler zelf: tastbaar en zichtbaar bewijs van de banden die Mengelberg met Mahler verbond.

Frits Zwart